FEIT 1: Bij de méthode traditionelle voegt men suiker en evt wat gist toe aan de (platte) basiswijn. Zo begint een tweede gisting in de fles, waarbij koolzuur ontstaat: belletjes. Met een chic woord: de mousse. Hoe kleiner de belletjes, hoe beter!
FEIT 2: Knallen kun je beter niet doen. Als hij knalt heb je te veel bubbels laten ontsnappen en vaak ook te veel champagne. Zonde! Ziet er wel leuk uit.
FEIT 3: Te warme champagne gaat spuiten. Zet de fles daarom in een grote koeler met ijs. Dat is beter dan de fles alvast op tafel te zetten. In een koeler met ijs is hij na een kwartier op temperatuur: 7°C.