Ach, die good old jenever slaat bijna nooit de plank mis. Maar wat is dat toch met al die benamingen die erbij komen kijken? Wij hebben een klein woordenboek voor jullie, dat het voor de beginnende jenever kenners / kenners in opleiding lekker makkelijk wordt.
1. Koopstootje
Een tulpglaasje tot de rand (of erover) gevuld met jonge jenever met een koud, vers getapt vaasje bier ernaast. De jenever dient men te slurpen, terwijl je op je knieën aan de toog zit. Handjes achter de rug, onder streng toezicht van de kastelein.
2. Pikketanissie
Wie kent het niet. Dit is de Amsterdamse koosnaam voor een jenevertje, wederom te herleiden naar het obscure Jiddisch-Hebreeuwse geïnspireerde boevendialect Bargoen. “Een pikketanissie gaat er altijd in, een pikketanissie dat maakt je blij van zin.”
3. Schiedam: Zwart Nazareth
Schiedam was en is nog altijd dé jeneverstad van Nederland. In dit stadje, dat onder de rook van Rotterdam zat, floreerde jenever in de negentiende eeuw, en tientallen branderijen en distilleerderijen stookten er vrolijk op los. Niet weg te denken uit de geschiedenis van dit heerlijke drankje.
Bron: Esquire