April is hét seizoen voor de Sint Jacob schelpen. Deze schelpen worden ook wel de luxe cadeautjes uit de zee genoemd. Dat is niet voor niets. Het vlees van de Sint Jacobschelp, de coquille, is namelijk ontzettend smaakvol. Maak verse coquilles open door aan de platte kant van de schelp de sluitspier door te snijden. Steek je wijsvinger tussen het scharnier en het vlees en haal met je duim in één beweging alles weg wat er niet thuis hoort. Spoel kort af. Schep met een scherpe lepel de restjes sluitspier weg bij het vlees en gooi die weg. Snij de helft van het vlees los van de schelp.
Doe in dit snijgleufje een klontje boter,en leg een volgend klontje op het vlees. Zet koud weg en laat minimaal een uur voor het grillen buiten de koeling chambreren. Maak intussen een papje van sojasaus en geraspte knoflook. Schep ½ tl op elke coquille. Rasp er wat parmezaan over en leg de schelphelften op de grill totdat het begint te sputteren. Haal ze er meteen af, doe er een druppeltje citroen en wat fijngesneden bladpeterselie overheen.