In de horeca-keuken is hiërarchie essentieel voor een efficiënte en gestructureerde workflow, vooral in drukke en grote keukens. Deze hiërarchische structuur – vaak de “brigade de cuisine” genoemd en geïntroduceerd door Auguste Escoffier – zorgt ervoor dat elke chef verantwoordelijk is voor specifieke taken. Zo kunnen gerechten sneller, consistenter en op een hoge kwaliteit worden bereid. De hiërarchie voorkomt ook verwarring tijdens het kookproces, waar snelheid en precisie cruciaal zijn.
Hier zijn de traditionele rollen in een keuken:
- Chef-Saucier: Verantwoordelijk voor sauzen en vaak ook voor vlees, gevogelte en wild.
- Chef-Rôtisseur: Beheert braadgerechten, de grill, en de ovenbereidingen.
- Chef-Entremetier: Richt zich op garnituren, zoals groenten en aardappelen, en maakt soms ook de soepen (in grote keukens doet de Potager dit).
- Chef-Poissonnier: Gespecialiseerd in visgerechten.
- Garde-Manger: Beheert de koude keuken, zoals salades, amuses, patés en koude sauzen.
- Chef-Pâtissier: Verantwoordelijk voor desserts, gebakjes en deeggerechten.
Elk van deze functies draagt bij aan een georganiseerde keuken, waarin elke chef zijn vakgebied beheerst, wat leidt tot een vlotte service en consistent kwalitatief resultaat.
In de huidige horeca speelt het personeelstekort een grote rol, waardoor het samenvoegen van verschillende functies steeds gebruikelijker wordt. In plaats van gespecialiseerde chefs voor elke taak, zie je vaak dat één chef meerdere rollen op zich neemt, zoals het combineren van de saucier- en entremetier-taken of het samenvoegen van de rôtisseur- en poissonnier-functies. Dit vraagt om meer veelzijdigheid en flexibiliteit van het keukenpersoneel.
In grotere hotels en sterrenrestaurants blijven deze gespecialiseerde rollen echter nog wel bestaan. Hier is er vaak meer personeel en een grotere behoefte aan precisie en verfijning, waardoor de klassieke brigade-indeling gehandhaafd blijft om de hoogste kwaliteit te waarborgen.